Hans Ittmann

* Waalwijk 1914   † Amsterdam 1972

Hans Ittmann volgde half de jaren dertig de opleiding tot notaris, teneinde in de voetsporen van zijn vader en grootvader te kunnen treden. Naast zijn studie begon hij te schilderen en raakte daarvan zo bezeten, dat hij zijn studie afbrak. Ook beeldhouwen had zijn belangstelling en hij ging in de leer bij de beeldhouwer Cephas Stauthamer.
In 1946 kon hij dankzij een studiebeurs van de Franse staat enkele jaren studeren aan de École des Beaux Arts in Parijs . Hij werkte in 1948-1949 op het atelier van Ossip Zatkine. Hij had in die tijd contact met de kunstenaars van de naoorlogse École de Paris.
Aanvankelijk was zijn werk figuratief. Na zijn terugkeer in Nederland vond hij in 1951 aansluiting bij de abstract werkende kunstenaars van de groep Creatie.
In 1954 was hij één van de oprichters van de Liga Nieuwe Beelden. De belangrijkste taak van deze organisatie was, in zijn ogen, het bevorderen van de samenwerking tussen architect en beeldend kunstenaar op voet van gelijkheid. Zijn werk werd meer constructivistisch van vormentaal; zijn beelden ontwikkelden zich van houten, Jean Arp-achtige vormen naar metalen sculpturen en zijn schilderijen werden geometrischer.
In de jaren zestig ging hij opnieuw figuratief werken.
Ittmann nam deel aan de tentoonstelling Kunst in Vrijheid in 1945 en participeerde daarna in vele groepstentoonstellingen; een aantal van zijn beelden siert de openbare ruimte.