Harry van Kruiningen

Pseudoniem van Henri Adelbert Janssen

* Hansweert (destijds gemeente Kruiningen) 1906     † Laren (NH) 1996

Volgde een opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam (thans Rietveld Academie) en aan het Tekeninstituut ‘Piersma’ in Amsterdam tussen 1927 en 1928. Die opleiding kon hij volgen omdat hij op 21-jarige leeftijd een erfenis kreeg. Na zijn afstuderen werkte hij de rest van zijn leven als vrij kunstenaar en was hij van 1958 tot 1971 docent Grafische Technieken aan de Academie van Beeldende Kunsten in Arnhem.

In 1930 startte zijn artistieke loopbaan met enkele exposities van zijn schilderijen in de trant van De Nieuwe Zakelijkheid. Daarnaast verschenen van hem illustraties in kinderboeken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het verzet en vervaardigde hij valse persoonsbewijzen op een lithopers. Van Kruiningen werd na de bevrijding lithograaf en bekwaamde zich ook in andere druktechnieken. Zijn werk werd abstracter en fantasierijker. Hij maakte voor Le Canard vier bibliofiele mappen met litho’s: Ovidius (1953), Achnaton (1954), Gilgamesj (1955) en Heer Halewijn in 1956. Hij illustreerde boeken en was in de jaren 50 zeer succesvol met het drukken van litho’s op textiel.

Hij was actief in vele kunstenaarsorganisaties, waaronder De Onafhankelijken, 12 Schilders, en Liga Nieuwe Beelden. Hij heeft in 1958 het Grafisch Atelier Amsterdam opgericht. Hij heeft aan meer dan 150 tentoonstellingen meegedaan in Nederland en in het buitenland. Er bevindt zich werk van hem in musea in binnen- en buitenland, waaronder het Rijksmuseum, Stedelijk Museum Amsterdam, Amsterdam Museum, Museum Boijmans van Beuningen en MoMa.